Geschiedenis van Thangka’s: Tibetaans-Boeddhistische Rolschilderingen

Wanneer je het (Tibetaanse) woord THANGKA vertaalt, betekent het zoveel als ‘geregistreerd bericht.’
Dat wil zeggen dat thangka’s iets communiceren naar de beoefenaar van de boeddhistische filosofie, en dat het dient als hulpmiddel bij onderricht van de Lama’s en ook als hulpmiddel bij meditatie door het visualiseren van de Boeddha’s die op een thangka zijn afgebeeld.


Oorspronkelijk werden deze afbeeldingen door monniken en lama’s gebruikt om de Dharma (Boeddha’s leer) te onderwijzen. Ze konden namelijk makkelijk opgerold en vervoerd worden om ergens ver weg in een klooster of op een dorpsplein weer uitgerold te worden, waarna er met een aanwijsstokje lesgegeven werd aan de (hoofdzakelijk nomadische) bevolking.

Een lama reisde naar een afgelegen dorp, rolde de thangka uit op het dorpsplein en gebruikte de afbeelding om over de boeddhistische filosofie te vertellen.

Thangka’s worden ook gebruikt bij grote openbare ceremonies. Tot op de dag van vandaag worden bij sommige kloosters eens per jaar reusachtige thangka’s (gewoonlijk appliqué thangka’s)
afgerold bij bepaalde festiviteiten.


Op een dieper vlak zou je kunnen zeggen dat thangka’s de visuele uitdrukking zijn van de volledige (staat van) verlichting, dat hét ultieme doel is van het Boeddhistische pad. Vandaar dat een thangka soms ook wel ‘wegenkaart naar verlichting’ wordt genoemd.

Om de afbeeldingen in een thangka te schetsen heeft de kunstenaar de juiste kennis nodig van de verhoudingen en maten van elke Boeddhafiguur (maar ook bijvoorbeeld Tibetaanse Mandala’s) zoals al eeuwenlang gebruikt in de boeddhistische iconografie.
Een raster of grid dat deze verhoudingen bevat is essentieel voor de overdracht en continuïteit van de figuren.
